Het College van Burgemeester en Wethouders.
Postbus 18
6130 AA Sittard
Sittard 29 oktober 2025
Betreft: Vervolgvragen: hoe Basalt een asfaltcentrale werd
Geacht college,
Uw brief van 27 oktober 2025 bevat een formele reactie op mijn schrijven van (4 oktober 2025) over ondermijning in onze gemeente. Hoewel ik de moeite waardeer die is genomen om mijn brief te beantwoorden, moet ik helaas constateren dat uw reactie de kern van de zorgen volledig ontwijkt.
In mijn eerdere brief heb ik nadrukkelijk aangegeven signalen te hebben dat mogelijk een onderdeel van de gemeentelijke organisatie zelf betrokken zou kunnen zijn bij ondermijnende activiteiten.
In plaats van hier zorgvuldig op door te vragen, kiest u ervoor de melding zonder enig onderzoek van tafel te vegen met de zin:
“Deze signalen zijn bij ons niet bekend. Dergelijke aantijgingen nemen wij zeer serieus, maar wijzen wij ook nadrukkelijk van de hand.”
Een dergelijke reactie is niet alleen defensief, maar ook in strijd met de bestuurlijke zorgvuldigheid die in deze context vereist is. Juist bij signalen van mogelijke integriteitsschendingen binnen het openbaar bestuur hoort de reflex te zijn: onderzoeken, niet ontkennen.
Het feit dat er niet is gevraagd welk onderdeel of welke situatie met de melding wordt bedoeld, bevestigt het beeld dat kritische signalen over ondermijning structureel worden genegeerd of weggemoffeld.
Dat patroon is helaas niet nieuw. Ook onder de vorige portefeuillehouder werd herhaaldelijk gewezen op misstanden en vermoedens van faciliterende gemeentelijke processen, zonder dat daar aantoonbare opvolging of transparantie over kwam.
Wanneer een college stelt dat het ondermijning “serieus aanpakt”, maar signalen uit de samenleving niet wil horen of onderzoeken, dan tast dat het vertrouwen in de integriteit van het bestuur rechtstreeks aan. Het doet bovendien geen recht aan de burgers die proberen misstanden aan te kaarten.
Verzoek tot bestuurlijke duidelijkheid;
Ik verzoek u daarom om:
- 1. Concreet aan te geven welke procedure of interne route binnen de gemeente wordt gevolgd bij meldingen of vermoedens van ondermijning waarbij (onderdelen van) de organisatie zelf in beeld komen; 2. Aan te geven waarom in dit geval niet is gevraagd naar de aard en inhoud van de genoemde signalen; 3.Te bevestigen dat dergelijke meldingen voortaan niet meer reflexmatig worden afgewezen, maar eerst zorgvuldig worden onderzocht of in ieder geval worden geverifieerd.
Tot slot;
Een geloofwaardige aanpak van ondermijning begint met de bereidheid tot zelfreflectie en openheid, ook en juist wanneer dat ongemakkelijk is.
Zolang signalen over mogelijke interne betrokkenheid stelselmatig worden afgewimpeld, blijft het risico bestaan dat ondermijning zich niet buiten, maar binnen de muren van het bestuur nestelt.
Ik zie uw gemotiveerde reactie met belangstelling tegemoet.
Met hartelijke groet,
Peter Vola
